zaterdag 1 juni 2013

Het wachten op stations gaat leuk worden. Je maakt een grapje?

‘’Op een klein stationnetje ‘smorgens in de vroegte. Stonden zeven wagentjes, netjes op een rij’’. Maar dat is het nou net, die staan daar nooit netjes op een rij. Sterker nog, die staat er nooit. Vruuger zijn we dus al flink voor de gek gehouden toen de kleuterjuf ons dit kinderliedje voorzong, want noem eens één dag op dat alle zeven wagentjes van de NS wel op tijd reden. Ik hoef je geen bedenktijd te geven hè. Maar inmiddels is dat zo ingeburgerd, zo gewend, dat dat net zo normaal is als dat we foto’s maken van ons met stokbroden, (binnenkort meer daarover). Wat doen wij in de tussentijd, wachten. Even wachten nog. Wachten. En wat hebben wij er te doen, te zien of te beleven? Niets. Want naar mijn weten is spuitbeton nog steeds niet leuk. Maar wat wil redder in nood Pro-rail nu, die wil ons leuk laten wachten. Maar hè, wachten is toch nooit leuk?





Ik bedoel maar, die ieder jaar uitdijende Dikke van Dalen, zegt het zelf al namelijk, ''blijven waar je bent of niets doen totdat er iets gebeurt''. Ik herhaal, dat doen ze op die stations immers ook altijd, ‘blijven waar je bent en niets doen totdat er iets gebeurt’. Nou, in dit geval wachten dus totdat we een ons wegen, voor er iets moet gebeuren, je weet wel dat gele ding dat je helaas altijd ziet rijden, wanneer je hem niet nodig hebt. Maar toch wil Pro-rail komen met wachtverzachters. De wattes? Wachtverzachters. Ons inpamperen dat ze zelf ook door hebben dat het té lang duurt voordat ze er zijn. Moeten wij dat nu leuk vinden, of gewoon sneu?

Overigens, tussendoor, klopt dat ‘niets doen totdat er iets gebeurt’ ook niet bij het wachten op perrons. Want we doen idiote huppel-dansjes om de waterdruppels van het designdak – dat dan weer wel – te ontwijken en we benen ons met tegenzin naar de grauwe wachtkamer, die iets te veel weg heeft van je tandartsenpraktijk. Wat ze dus willen is het wachten leuk maken, maar bij wachten kan dat per definitie helemaal niet, zelfs niet als je naar zo’n grauwe zeecontainer met stoeltjes moet lopen.

Krijgen we hier nu een soort Big Brother van de treinmachinist? Leuk hoor.
Maar de mannetjes en vrouwtjes van de railway-organisatie denken daar heel anders over. Echt, want ze zijn lyrisch en het wordt geweldig. In het NS-station in Maarssen, in Utrecht voor de niet-wetende onder ons, hebben ze al een klein pogingkje gedaan. Want daar hangt zomaar even een doek van 5 bij 5 met daarop een weiland vol madeliefjes. Aaah, wat schattig. En ook over grapjassende gangsters die in de nacht denken de bloemtjes water te geven, je weet wel, met rits open, is nagedacht. Het tapijt is namelijk prima schoon te maken. Hartstikke fijn. Of de reizigers het al op was gevallen, nee. Die komen namelijk helemaal niet in van die stinkende, openbare uni-seks pishokken, ik bedoel, wachtkamers.

Dit belooft het een beetje te gaan worden. Zacht voor je kontje, lekker voor de oogjes.
Wat ze verder met een slordige 300.000 euro(!) gaan doen is TV’s ophangen. Krijgen we een kleinschalige karaoke-bar op het station, waar we samen lallend kedeng-kedeng kunnen ophoesten? Nee, helaas niet. Wat we daar te zien en te horen krijgen zijn 6 minuut durende filmpjes, van én over ProRail. Je mag even lachen, maar dat is eigenlijk helemaal niet leuk. Wat ze verder doen is een poging tot het lief zijn voor onze billetjes. Die stalen bankjes worden houten exemplaren en er komen iets van warme tegels die lief zijn voor onze voetjes, gebroken armen en andere ledematen. Deze zouden namelijk zorgen voor sneeuw- en ijsvrije perrons.

Op het Rotterdamse Centraal-station is een mobiel-'oplaad-station', dat ons een beetje vrolijk mag stemmen. Maar ik zou dat niet zo zeggen, als er niets aan het handje was. Dat is er dus wel, want alleen mobieltjes met uitneembare accu kunnen daar opladen. En heb jij die nog eentje? Misschien, maar het gros van Nederland niet, want tegenwoordig kun je je accu er niet meer uithalen. Je ziet het, wachten kun je niet leuk maken.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten