Voor je doorleest wil ik je eerst even vragen Facebook te
openen. Ik weet niet helemaal hoe jouw fotoalbumpjes daar in elkaar zitten,
maar ik geef je een opdracht: tel eens alle foto’s waar jij lachend opstaat.
Dat mag een grinnik’je zijn, maar ook die keer dat je in het broek plaste van
het lachen. Doe je ding, ik wacht wel, dan tel ik ondertussen de mijne ook. Ik
heb ze geteld én kom uit op 126 foto’s. Jij? Ik heb dus 126 foto’s gelachen. Ik
heb dus 126 foto’s die afbreuk doen aan mijn aantrekkelijkheid.
Want uit nieuw wetenschappelijk onderzoek - ja echt – worden we
er niet knapper op, als we lachen. Zij van de Universiteit van Portsmouth, in
het Verenigd Koninkrijk, deden onderzoek naar ons lachen op foto’s en wat
blijkt; net als fronsen en boos kijken kun je dat beter niet doen als je nog
vrijgezel bent. En je volgende kiekje met je vriend(in), wordt er ééntje met
strakke blik? En zo, werkt dat staatsieportret op je identiteitsbewijs, waar ik
gister over blogde, alsnog in je voordeel. Lucky bastard! Ik begrijp dat je op
dit moment ben je wat Facebook-foto’s aan het verwijderen, groot gelijk. Ik
wist dit natuurlijk al eerder, vandaar die charmante header-foto hierboven,
grap ik zonder dit eerder te weten. Phoe, heb ik even geluk.
Maar wat bepaald dan of we wél of niet die ontzettend fijne charisma
hebben? Dat zal ik je vertellen. Door vooral onze botstructuur, ik herhaal,
onze botstructuur. Maar dat zien we toch helemaal niet? En dat is het nu juist,
juist het harde weefsel zorgt ervoor of het een rondje in de kroeg, of naar
huis wordt. En aan je botstructuur kun je zelf niets doen, dat begrijp je, dus
lachen heeft eigenlijk helemaal géén zin.
Ik wil bewijs. Precies, dat wilde ik ook, voordat ik het ging
geloven. 128 proefpersonen, zowel vrouwtjes als mannetjes, gingen de proef aan,
kijken of het daadwerkelijk waar was. En jahoor, de aantrekkelijkheid zat nauwelijks
in die brede grijs of dat sneaky lachje. Het belangrijkste was de botstructuur
van het hoofd én op de één of andere manier kunnen wij dat ‘onzichtbare’ als
géén ander zien.
Ik hoef het denk ik niet nog een keer te zeggen; lachen mag,
maar dat is dan wel op eigen risico.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten