Mocht je het destijds, zoals ik trouwens, niet hebben meegekregen, geen nooit. Je hoeft niet te Google'n, hier is komt de beknopte situatieschets. Het was avond. 2008. Dat klinkt al
spannender dan dat het was, maar dit is wel het bewijs dat ook cabaretiers soms
echt niet grappig kunnen zijn. Nou, die cabaretier, Micha Wertheim dus, deed z’n ding
op het podium van de Oranjerie in Roermond. Inderdaad, tot zover weinig spannends,
totdat die grap kwam over die gehandicapte. Nog steeds niks spannends, totdat
ik zeg dat die grap ging over een gehandicapte in de zaal. Het huilen stond die gehandicapte nader dan het lachen en de deur van de zaal was voor dat pispaaltje van een
gehandicapte al snel op de tast gevonden in het donker. De cabaretier ging
door, maar ondertussen liep heel de zaal als een stoet achter de gehandicapte
aan. Daar sta je dan, de dag die je wist dat zou komen is eindelijk hier; je
staat te grappen voor een lege zaal. En ik kan je vertellen, dat is helemaal
niet grappig. De show werd helemaal gecanceld en de meest hoge baas in het
strakste pak wees met het vingertje naar de deur en die Wertheim kwam er nooit
meer in. Wie het laatst lacht, lacht het best.
![]() |
Boekentip: voor camera-gooiende en gehandicapte-humorgrappende cabaretiers. |
Maare dat is maar een voorbeeldje in grappend Nederland, want
die lolbroeken van het theater zijn eigenlijk helemaal niet die lieverdjes die
ze lijken. Theo Maassen, 'dieje met gene blad voor zunnuh mond', die was het meer
dan beu dat tijdens zijn show een lief meisje op de derde rij, hem van zijn
slechtste kant op de foto zette. Of ‘ie ook ooit gecontroleerd heeft zijn
onderkin zichtbaar was valt te betwijfelen, maar voor die camera had Theo maar
één passende grap; ‘die zien we nooit meer terug’. Hij scheurde het ding uit de
niets vermoedende handjes van het meisje. Onder gejoel van de zaal kwam het tot
een hoogtepunt; pats-boem, op de grond. Climax. Maar niet de climax die hij –
denk ik zo – hoopte. Een uitfluitconcert werd ingezet met woorden die ik hier
niet zal herhalen, gezien het nog christelijke tijdstip.
Wat denken die cabaretiers eigenlijk wel niet. Ze worden
betaald om ons te laten lachen, sterker nog, ze worden ervoor betaald om het ons leuk te maken. Zij
in Amsterdam met een vergelijkbare baan doen ook niet moeilijk over een happy
ending, maar als lolbroek van Nederland doe je dat blijkbaar wel. Als je Theo
of Wertheim heet, moet dat blijkbaar gewoon kunnen; camera’s met een Olympische
worp kapot smijten of zomaar over een handicap grappen. Nou jongens, niet meer
doen hè. Anders overtreden jullie weer de basisregels van ‘humor-om-te-lachen-voor-dummies’
en dat is helemaal niet leuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten