dinsdag 21 mei 2013

De ideale baan: betaald krijgen om ons te laten huilen.

Ze zijn goed in je nieuwjaarsavond naar 12 uur te lullen, vooruit te grappen. Gelukkig zijn het niet allemaal van die Beau van Erven Doren’tjes, die alleen leuk zijn na een paar slokjes teveel. Nee, sommige zijn oprecht leuk door hun grappen en grollen. Is het niet dat Guido Wijers met z’n ene oog in z’n andere broekzak kijkt, dan is het wel zijn fijne dosis humor; het liefst zo actueel en snel mogelijk. Nu ik Guido Weijers heb genoemd, moet ik ook de geen blad voor z’n mond, die grapjassende Marokkaan én die ADHD’er noemen in dezelfde ademhaal. Bij deze, dan. Hier was het aan jou om Theo Maasen, Najib Amhali én Jochem Meijer erbij te fantaseren. Allemaal leuk én aardig, maar ene Micha Wertheim (Wie? Hij: http://nl.wikipedia.org/wiki/Micha_Wertheim) was niet zo leuk en aardig tijdens één van zijn voorstellingen.


Mocht je het destijds, zoals ik trouwens, niet hebben meegekregen, geen nooit. Je hoeft niet te Google'n, hier is komt de beknopte situatieschets. Het was avond. 2008. Dat klinkt al spannender dan dat het was, maar dit is wel het bewijs dat ook cabaretiers soms echt niet grappig kunnen zijn. Nou, die cabaretier, Micha Wertheim dus, deed z’n ding op het podium van de Oranjerie in Roermond. Inderdaad, tot zover weinig spannends, totdat die grap kwam over die gehandicapte. Nog steeds niks spannends, totdat ik zeg dat die grap ging over een gehandicapte in de zaal. Het huilen stond die gehandicapte nader dan het lachen en de deur van de zaal was voor dat pispaaltje van een gehandicapte al snel op de tast gevonden in het donker. De cabaretier ging door, maar ondertussen liep heel de zaal als een stoet achter de gehandicapte aan. Daar sta je dan, de dag die je wist dat zou komen is eindelijk hier; je staat te grappen voor een lege zaal. En ik kan je vertellen, dat is helemaal niet grappig. De show werd helemaal gecanceld en de meest hoge baas in het strakste pak wees met het vingertje naar de deur en die Wertheim kwam er nooit meer in. Wie het laatst lacht, lacht het best. 

Boekentip: voor camera-gooiende en gehandicapte-humorgrappende cabaretiers. 
Maare dat is maar een voorbeeldje in grappend Nederland, want die lolbroeken van het theater zijn eigenlijk helemaal niet die lieverdjes die ze lijken. Theo Maassen, 'dieje met gene blad voor zunnuh mond', die was het meer dan beu dat tijdens zijn show een lief meisje op de derde rij, hem van zijn slechtste kant op de foto zette. Of ‘ie ook ooit gecontroleerd heeft zijn onderkin zichtbaar was valt te betwijfelen, maar voor die camera had Theo maar één passende grap; ‘die zien we nooit meer terug’. Hij scheurde het ding uit de niets vermoedende handjes van het meisje. Onder gejoel van de zaal kwam het tot een hoogtepunt; pats-boem, op de grond. Climax. Maar niet de climax die hij – denk ik zo – hoopte. Een uitfluitconcert werd ingezet met woorden die ik hier niet zal herhalen, gezien het nog christelijke tijdstip.

Wat denken die cabaretiers eigenlijk wel niet. Ze worden betaald om ons te laten lachen, sterker nog, ze worden ervoor betaald om het ons leuk te maken. Zij in Amsterdam met een vergelijkbare baan doen ook niet moeilijk over een happy ending, maar als lolbroek van Nederland doe je dat blijkbaar wel. Als je Theo of Wertheim heet, moet dat blijkbaar gewoon kunnen; camera’s met een Olympische worp kapot smijten of zomaar over een handicap grappen. Nou jongens, niet meer doen hè. Anders overtreden jullie weer de basisregels van ‘humor-om-te-lachen-voor-dummies’ en dat is helemaal niet leuk. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten